Uitkeringsbedragen per 1 juli 2025
Per 1 juli 2025 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Algemene
Ouderdomswet (AOW), Algemene nabestaandenwet (Anw), Wet werk en
arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong), Werkloosheidswet (WW), Wet werk
en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAO), Ziektewet (ZW) en Toeslagenwet (TW) aangepast. Dit komt doordat deze
uitkeringen gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon.
Het minimumloon stijgt per 1 juli 2025 van € 14,06 per uur naar € 14,40 per uur. In de
sociale zekerheid wordt gerekend met een bruto referentieminimummaandloon van €
2.245,80 (dit was € 2.191,80). Tevens worden de minimumjeugdlonen per 1 juli 2025
herzien.
Brutominimumlonen (exclusief vakantietoeslag) naar leeftijd:
Staffeling Per uur
Vanaf 21 jaar 100,0% € 14,40
20 jaar 80,0% € 11,52
19 jaar 60,0% € 8,64
18 jaar 50,0% € 7,20
17 jaar 39,5% € 5,69
16 jaar 34,5% € 4,97
15 jaar 30,0% € 4,32
Participatiewet
Per 1 juli 2025 stijgen de bijstandsuitkeringen. De (netto) uitkeringen, voor mensen
vanaf 21 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd zijn (afhankelijk van situatie):
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 1.858,01
Vakantie-uitkering € 97,79
Totaal € 1.955,80
Alleenstaanden en alleenstaande ouders
Per maand € 1.300,61
Vakantie-uitkering € 68,45
Totaal € 1.369,06
De (netto) uitkeringen, voor mensen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd zijn (afhankelijk
van situatie):
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 1.990,23
Vakantie-uitkering € 104,75
Totaal € 2.094,98
Alleenstaanden en alleenstaande ouders
Per maand € 1.453,70
Vakantie-uitkering € 76,51
Totaal € 1.530,21
De (netto) uitkeringen voor mensen die in een inrichting verblijven zijn (afhankelijk van
leeftijd en situatie):
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 640,58
Vakantie-uitkering € 33,71
Totaal € 674,29
Alleenstaanden en alleenstaande ouders
Per maand € 411,82
Vakantie-uitkering € 21,67
Totaal € 433,49
Op de uitkeringen bij een verblijf in een inrichting is een toeslag van toepassing van €
101,- voor gehuwden/samenwonenden, en van € 45,- voor alleenstaanden en
alleenstaande ouders. Hiervan kan, in combinatie met de zorgtoeslag, de verwachte
gemiddelde zorgpremie en het gemiddelde bedrag aan verplicht eigen risico worden
betaald.
Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of
meer personen van 27 jaar of ouder waarmee kosten kunnen worden gedeeld (niet de
echtgenoot, een huurder of student), geldt op grond van de kostendelersnorm een
lager bedrag.
Om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering is ook relevant of er sprake is
van eigen vermogen. Onderstaand een overzicht van het vermogen dat de verschillende
groepen mogen hebben om nog in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering:
Gehuwden/samenwonenden en alleenstaande ouders € 15.540
Alleenstaanden € 7.770
Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en in een eigen huis wonen, geldt
aanvullend dat € 65.500,- van het vermogen gebonden aan de woning is vrijgesteld.
IOAW en IOAZ
De IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers) is bedoeld voor oudere langdurig werklozen die geboren zijn vóór 1 januari
1965, toen zij werkloos werden 50 jaar of ouder waren, en nog niet de AOW-leeftijd
hebben bereikt. De IOAW is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werklozen.
De IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen) is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar tot de AOW-gerechtigde
leeftijd, of ex-zelfstandigen die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen.
De IOAZ is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte
zelfstandigen.
De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. Op
onderstaande bedragen worden de bruto-inkomsten in mindering gebracht.
Gehuwden/samenwonenden (beide partners 21 jaar of
ouder)
Per maand € 2.082,22
Vakantie-uitkering € 166,58
Totaal € 2.248,80
Alleenstaanden en alleenstaande ouders zonder
meerderjarige medebewoners
Per maand € 1.604,83
Vakantie-uitkering € 128,39
Totaal € 1.733,22
Alleenstaanden en alleenstaande ouders met een of meer
medebewoners van 27 jaar of ouder (kostendelersnorm)
Per maand € 1.041,11
Vakantie-uitkering € 83,29
Totaal € 1.124,40
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen
vermogen. Bij de IOAW wordt wel rekening gehouden met andere inkomsten. Bij de
IOAZ wordt rekening gehouden met andere inkomsten en het eigen vermogen. Van het
vermogen dat iemand meer heeft dan € 170.725,- wordt jaarlijks twee procent
verrekend met de uitkering.
Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, geldt dat zij
tot maximaal € 168.907,- voor aanvullende pensioenvoorzieningen mogen hebben
zonder dat dit met hun uitkering wordt verrekend.
WW, WIA, WAO en ZW, en maximumdagloon
Per 1 juli 2025 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW
verhoogd met 2,46%, in lijn met de stijging van het bruto
referentieminimummaandloon per dag. Per 1 juli 2025 wordt het maximumdagloon
verhoogd van bruto € 290,67 naar bruto € 297,82.
Grondslagen Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt
jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De basis waarop de uitkering wordt
berekend (het brutominimumloon), gaat per 1 juli 2025 omhoog. Ook de basisbedragen
voor Wajongers beneden de 21 jaar, die worden afgeleid van de bruto
minimumjeugdlonen, worden verhoogd. De basisuitkering voor mensen in de Wajong
met arbeidsvermogen bedraagt 70% van deze bedragen. Voor mensen die duurzaam
geen arbeidsvermogen hebben bedraagt dit 75%.
Bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag vanaf 1 juli 2025:
Vanaf 21 jaar € 103,26
20 jaar € 82,60
19 jaar € 61,95
18 jaar € 51,63
Voor Wajong- gerechtigden onder de 21 jaar worden de hoogtes van de
tegemoetkoming per 1 juli 2025 als volgt aangepast:
Bruto tegemoetkomingen per maand:
20 jaar € 13,70
19 jaar € 22,84
18 jaar € 23,78
Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal
minimum. Het gaat hierbij onder meer om de WW-, WIA-, WAO-, Wajong- en ZWuitkering.
Het bedrag voor gehuwden is gebaseerd op 100% van het brutominimumloon. Het
bedrag voor alleenstaanden vanaf 21 jaar is gebaseerd op 70% van het
nettominimumloon. De bedragen voor 18 t/m 20-jarigen zijn gebaseerd op 75% van het
corresponderende netto minimumjeugdloon.
Sinds 1 juli 2016 geldt de kostendelersnorm in de Toeslagenwet. Per 1 juli 2025 zijn de
brutobedragen per dag (exclusief vakantietoeslag en afhankelijk van leeftijd en situatie)
waarbij alleen medebewoners van 27 jaar of ouder meetellen als kostendeler voor de
uitkering van huisgenoten:
Gehuwden/samenwonenden € 103,26
Alleenstaanden vanaf 21 jaar € 73,79
Kostendeler vanaf 21 jaar waarbij alleen medebewoners van 27 jaar of
ouder meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten
€ 47,87
Alleenstaanden van 20 jaar € 57,66
Alleenstaanden van 19 jaar € 42,17
Alleenstaanden van 18 jaar € 34,46
AOW
De AOW-bedragen worden afgeleid van het nettominimumloon per maand. De hoogte
van de te ontvangen AOW is afhankelijk van de opbouw en leefvorm. Voor elk jaar dat
iemand is verzekerd wordt 2% AOW opgebouwd. Iemand krijgt een volledig AOWpensioen als hij of zij de 50 jaar voor de AOW-leeftijd altijd verzekerd is geweest.
Het bedrag voor alleenstaanden is gebaseerd op 70% van het nettominimumloon, dat
van gehuwden en samenwonenden op 50% van het nettominimumloon.
Voor gehuwde of samenwonende AOW’ers van wie de partner jonger is dan de AOW gerechtigde leeftijd gelden afwijkende regels. De AOW is gebaseerd op 50% van het
nettominimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van
maximaal hetzelfde bedrag (bruto € 1.103,97). Vanaf 1 januari 2015 is de partnertoeslag
gesloten voor nieuwe instroom. Hierop geldt één uitzondering: mensen die als gevolg
van de verhoging van de AOW-leeftijd pas na 1 januari 2015 AOW-gerechtigd zijn
geworden, hebben nog wel recht op toeslag. Het gaat hier om mensen die in november
en december 2014 65 jaar zijn geworden.
Als het recht op AOW al is ingegaan voor 1 februari 1994, dan valt de AOW’er onder een
overgangsregeling en is het pensioen gebaseerd op 70% van het nettominimumloon. De
toeslag voor deze AOW’ers is maximaal 30 procent.
De bruto uitkeringsbedragen per 1 juli 2025, voor AOW’ers van wie het recht op pensioen
is ingegaan na 1 februari 1994, zijn:
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 1.103,97
Vakantie-uitkering € 71,71
Totaal € 1.175,68
Gehuwden/samenwonenden met maximale toeslag (partner
jonger dan de AOW-leeftijd)
Per maand € 2.207,94
Vakantie-uitkering € 143,42
Totaal € 2.351,36
Maximale toeslag
Per maand € 1.103,97
Vakantie-uitkering € 71,71
Totaal € 1.175,68
Alleenstaanden
Per maand € 1.612,44
Vakantie-uitkering € 100,39
Totaal € 1.712,83
De bruto uitkeringsbedragen per 1 juli 2025 voor AOW’ers van wie het recht op pensioen
is ingegaan vóór 1 februari 1994 zijn:
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 1.103,97
Vakantie-uitkering € 71,71
Totaal € 1.175,68
Gehuwden/samenwonenden met partner jonger dan de AOW leeftijd (zonder partnertoeslag)
Per maand € 1.612,44
Vakantie-uitkering € 100,39
Totaal € 1.712,83
Alleenstaanden
Per maand € 1.612,44
Vakantie-uitkering € 100,39
Totaal € 1.712,83
Anw
De Algemene nabestaandenwet (Anw) is bedoeld voor volwassenen van wie de partner is
overleden en die voor een kind zorgen dat jonger is dan 18 jaar of volwassenen van wie
de partner is overleden en die meer dan 45 procent arbeidsongeschikt zijn. Het kan gaan
om een huwelijkspartner of een partner met wie ongehuwd werd samengewoond. De
nabestaandenuitkering is gebaseerd op 70 procent van het netto referentieminimumloon.
Weeskinderen kunnen een wezenuitkering krijgen die afhankelijk is van de leeftijd.
De hoogte van de Anw-uitkering is afhankelijk van het inkomen dat de nabestaande uit
werk heeft. Andere uitkeringen worden afgetrokken van het bedrag dat iemand ontvangt.
Van het inkomen uit arbeid wordt 50 procent van het brutominimumloon plus een derde
deel van wat iemand bovenop deze 50 procent van het brutominimumloon verdient niet
afgetrokken van het bedrag. De Anw-uitkering vervalt als het inkomen uit arbeid meer
bedraagt dan een bepaald maximum.
Sinds 1 juli 2015 geldt de kostendelersnorm in de Anw. De norm is per 1 januari 2019
vastgesteld op 50 procent van het nettominimumloon. Alleen medebewoners van 27
jaar of ouder tellen mee als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten.
Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de Anw)
ontvingen, krijgen in ieder geval een uitkering van 30 procent van het
brutominimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde
inkomensgrens.
In onderstaand overzicht zijn de bruto Anw-bedragen per 1 juli 2025 opgenomen. De
bedragen zijn zonder de tegemoetkoming Anw. Deze is € 21,16 bruto per maand en
is onveranderd t.o.v. januari 2025.
Alleenstaanden
Per maand € 1.610,71
Vakantie-uitkering € 1425 11,5470
Totaal € 1.732,41
Verzorgingsuitkering
Per maand € 1.037,11
Vakantie-uitkering € 90286,924
Totaal € 1.124,03
Kostendelersnorm
Per maand € 1.037,11
Vakantie-uitkering € 902,42 869
Totaal € 1.124,03
Wezenuitkering tot 10 jaar
Per maand € 515,43
Vakantie-uitkering € 38,94
Totaal € 554,37
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
Per maand € 773,14
Vakantie-uitkering € 58,42
Totaal € 831,56
Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar
Per maand € 1.030,85
Vakantie-uitkering € 77,89
Totaal € 1.108,74
Kinderbijslag
Ouders en verzorgers van kinderen tot en met 17 jaar ontvangen kinderbijslag (AKW). Het
kinderbijslagbedrag is per 1 juli 2025 aangepast in lijn met de ontwikkeling van de
consumentenprijs.
De bedragen per 1 juli 2025 zijn:
Per kind 0 t/m 5 jaar (70%) € 291,49
Per kind 6 t/m 11 jaar (85%) € 353,95
Per kind 12 t/m 17 jaar (100%) € 416,41
Het jaarlijkse extra kinderbijslagbedrag voor ouders met thuiswonende zorg
intensieve kinderen wordt wel geïndexeerd in lijn met de ontwikkeling
van de consumentenprijs en bedraagt per 1 januari 2020 € 2.200,64 per
kalenderjaar. Deze tegemoetkoming geldt voor alleenverdienende en alleenstaande
ouders met een thuiswonend kind dat intensieve zorg nodig heeft in de leeftijd
van drie tot achttien jaar.